2. Breng de patient in halfzittende houding, met beide benen afhangend over het voeteneide van de gipstafl; het voeteneinde iets omhoog stellen; zorg voor genoeg kussens voor goede ondersteuning in de rug.
3. Voet en onderbeen niet te dik polsteren
4. Het onderbeen kan nu gereponeerd worden: de arts let op de voor-achterwaartse stand en zijdelingse stand; gezonde been nemen als spiegelbeeld;
5. Vaak is een lichte spitsstand van de enkel onvermijdelijk om recurvtie van de breuk te voorkomen. In een later stadium wordt deze spitsstand gecorrigeerd.
6. Voet en onderbeen worden snel dun ingegipst: neem circa 3 gipszwachtels van 15cm breed, breng ze tamelijk nat op.
7. Na goed aanmodelleren de goede stand fixeren tot het gips is uitgehard.
8. Daarna de patiënt weer in lighouding brengen en het bovenbeegips voltooien: voor het bovenbeen is meestal 4 rollen van 15cm of 3 rollen van 20cm breed nodig. Tenslotte nog het hele been omwikkele met rollen van 15 cm breed
9. Na röntgenfotos wordt het gips gespleten: strook van circa 1cm breed verwijderen, langs de lijn van de 4de teen, deze strok zo nodig nog iets openspreiden en alle polsterlagen (ook de kous) doorknippen, daarna opvullen met synthetische watten. Tenslotte alles fixeren met 2 tricotzwachtels en veel tape.
Note: Mocht de stand slecht zijn, dan de hele procedure weer herhalen.