- Verwijderen van alle homolaterale lymfklierstations vanaf de onderrand van de mandibula craniaal tot de clavicula caudaal en mediaal van de laterale grens van de M. sternohyoideus, het hyoid en de contralaterale voorste buik van de M. digastricus tot lateraal de voorste grens van de M. trapezius
- Alle lymfkliergroepen van niveau I tot en met V zijn ingesloten
- Nervus accesorrius, vena jugularis en m. sternocleidomastoideus worden eveneens verwijderd
- De operatie omvat niet het verwijderen van de suboccipitale klieren, de klieren in en rondom de Gl. parotidea (behalve de klieren rond de onderpool, gelokaliseerd in het dorsale deel van de submandibulaire driehoek), de buccale, retropharyngeale en paratracheale lymfklieren
1. Supraomohyoidale halsklierdissectie (SOND): Verwijderen van de lymfkliergroepen in niveau I, II en III. De dorsale grens van de dissectie wordt aangegeven door de cutane takken van de plexus cervicalis en de dorsale grens van de m. sternocleidomastoideus. De caudale grens is de bovenste buik van de M. omohyoideus waar deze de vena jugularis interna kruist.
2. Posterolaterale halsklierdissectie (PLND): Verwijderen van de suboccipitale en retroauriculaire lymfklieren samen met de klieren in niveau II, III, IV en V.
3. Laterale halsklierdissectie (LND): Verwijderen van de klieren van niveau II, III en IV
4. Voorste compartimentsdissectie (AND): Omvat het verwijderen van de lymfklieren rondom de viscerale structuren in het voorste gedeelte van de hals, niveau VI. Daarbij behoren de pretracheale en de paratracheale klieren, de klieren rondom de Gl. thyreoidea en de klier voor het cricoid (‘Delphian node’). De craniale grens van de dissectie is het hyoïd, de caudale grens is de incisura jugularis en de laterale grenzen worden gevormd door de A. carotis communis links en rechts.
Meer uitgebreide halsklierdissectie ("Extended Radical Neck Dissection", ERND)
- Bij deze dissectie worden één of meer lymfkliergroepen en/of niet-lymfatische structuren extra verwijderd dan bij de radicale halsklierdissectie.
- Voorbeelden van dergelijke lymfkliergroepen zijn de parapharyngeale (retropharyngeale) klieren, de buccale klieren,
de klieren in het bovenste mediastinum en de paratracheale lymfklieren.
- Voorbeelden van niet-lymfatische structuren zijn de A. carotis, N. hypoglossus, N. vagus en de diepe paraspinale spieren. De kliergroepen of niet-lymfatische structuren die extra worden verwijderd moeten met name worden genoemd.
Referenties
1. Robbins KT, Medina JE, Wolfe GT, et al. Standardizing neck dissection terminology. Official report of the Academys Committee for Head and Neck Surgery and Oncology. Arch Otolaryngol Head Neck Surg. Jun 1991;117(6):601-5